Diagnose & behandeling – Bij lichtovergevoeligheid.

In de meeste gevallen van polymorfe lichteruptie kan de dermatoloog de diagnose stellen op basis van het verhaal van de patiënt en de waar te nemen huidreacties.

In twijfel gevallen wordt een lichttest uitgevoerd om na te gaan of zonlicht een rol speelt en zo ja welke golflengte (UV-A of UV-B) van het zonlicht een rol speelt. Indien nodig wordt er een stukje huid (een biopt) genomen om de diagnose te bevestigen.

In veel gevallen brengt lichtgewenning door middel van natuurlijke zon of door lichttherapie een uitkomst. Je laat de huid geleidelijk wennen aan de UV stralen van het zonlicht.

Als de verschijnselen eenmaal zijn ontstaan kunnen deze behandeld worden met een
corticosteroïd crème. In uitzonderlijke gevallen met geneesmiddelen voor inwendig gebruik

Door je huid goed te beschermen tegen de invloed van de zon kun je reacties van de huid op zonlicht grotendeels voorkomen. Zonbeschermingsmiddelen met een beschermingsfactor (SPF) van minimaal 15 is hierbij noodzakelijk. Uiteraard kun je ook zonbeschermende kleding dragen en hoofddeksels.

De diagnose kan de dermatoloog stellen op basis van het verhaal van de patiënt en de waar te nemen huidreacties.

De ontstekingsreactie kan worden geremd met een corticosteroïd crème. Kleien blaren kunnen het beste intact gelaten worden, grote blaren kunnen eventueel worden leeggezogen met een injectiespuit. Als de blaar is stuk gegaan is het belangrijk een bacteriële infectie te voorkomen.

De diagnose kan de dermatoloog stellen op basis van het verhaal van de patiënt en de waar te nemen huidreacties Eventueel kunnen allergietesten en foto-allergietesten worden ingezet om te onderzoeken welke stoffen het zijn die in combinatie met licht de overgevoeligheidsreactie veroorzaken.

De resultaten van de allergietest wijzen uit welke stoffen gemeden moeten worden. De ontstekingsreactie kan worden geremd met een corticosteroïd crème.